Welkom bij deel 3 “Google Analytics: van Universal Analytics naar Google Analytics 4”, heb je de eerste twee delen nog niet gelezen dan raden wij aan om daar eerst even mee te beginnen. In deel 1 is namelijk beschreven hoe jij het beste aan de slag kunt gaan na de basis implementatie van Google Analytics 4. In deel 2 beschrijven we het inregelen van events en e-commerce. Komt de data goed binnen en zijn de eerste events gecreëerd? Dan is het nu tijd om de rapportages binnen GA4 in te richten. In dit artikel besteden wij aandacht aan de rapporten en hoe deze in Google Analytics 4 verschillen van Universal Analytics.
Over het rapporteren van GA4 data zouden we een vuistdik boekwerk kunnen schrijven. In plaats daarvan willen we ons hier beperken tot een opsomming van de belangrijkste verschillen wat betreft data structuur en rapportage mogelijkheden.
Om met de deur in huis te vallen: de metric “bounce rate” bestaat niet meer in GA4. Google heeft deze vervangen door “engaged sessions”, een metric die bijna haaks staat op “bounce rate”. Een “engaged session” is een sessie waarbij de bezoeker ofwel langer dan 10 seconden op de pagina is gebleven, ofwel 2+ pagina’s heeft bezocht, ofwel een conversie event heeft afgevuurd. Dus eigenlijk een wat genuanceerdere versie van de “bounce rate” die zich van oorsprong alleen op paginaweergaven richtte. Maar bij “bounce rate” kon je bijvoorbeeld ook bepalen of specifieke events ook tot een no-bounce leiden. “Engaged sessions” biedt die mogelijkheid niet. Ook de tijd op een pagina die leidt tot een “engaged session” kan niet zelf worden ingesteld en alleen conversie events leiden tot een “engaged session”. Er zijn overigens hacks online te vinden om de geliefde “bounce rate” terug te krijgen.
GA4 biedt uitsluitend één “default channel grouping” en deze is niet aanpasbaar. Wil je in de toekomst een betrouwbaar overzicht van kanalen tot je beschikking hebben, dan is een voorwaarde dat je de codering van je campagnes aanpast aan de door Google voorgeschreven regels. Google biedt een aparte pagina met gehanteerde definities (hier te vinden). Maar die is helaas niet altijd even duidelijk.
In Universal Analytics waren segmenten overal beschikbaar. Je kon deze in nagenoeg alle rapporten gebruiken en bovendien waren ze ook beschikbaar in Google Data Studio en via de API. In GA4 zijn segmenten alleen nog beschikbaar in Explorations rapporten. Voor standaard rapporten kun je deze niet gebruiken (je kunt hier wel zogenaamde “audiences” gebruiken). In Data Studio en via de spiksplinternieuwe GA4 API zijn ze ook (nog) niet beschikbaar. Filters zijn nog wel beschikbaar in Data Studio en de nieuwe API. Hiermee kunnen tot op zekere hoogte segmenten nagebootst worden.
Qua rapportage mogelijkheden springt de mogelijkheid om de niet geaggregeerde data te exporteren naar BigQuery er het meest uit. Dit was eerder alleen mogelijk in GA 360 tegen een tarief van meer dan 100.000 euro per jaar. Hoewel er wel kosten zijn voor gebruik van BigQuery, kunnen deze kosten bij slim gebruik laag gehouden worden. Redenen om BigQuery te gebruiken zijn:
Lees meer over Google Analytics 4 en BigQuery in ons artikel.
De interface van GA4 is behoorlijk uitgekleed ten opzichte van Universal Analytics. Er zijn minder rapporten en de rapporten die beschikbaar zijn hebben minder mogelijkheden. Zo is er geen mogelijkheid meer een secundaire dimensie toe te voegen. Ook zijn de geavanceerde filter opties verwijderd. Reguliere expressies worden niet meer ondersteund.
Als je meer nodig hebt dan de zeer basale rapporten dan moet je ofwel de custom report sectie gebruiken genaamd “Explorations” of je zult gebruik moeten maken van externe tools.
“Explorations” biedt een hoop flexibiliteit qua rapportage en maakt grotendeels (maar niet helemaal) goed wat aan standaard rapportage opties in GA4 ontbreekt. Het ondersteunt segmenten, reguliere expressies en naast het meer standaard “Free form”-rapport heb je ook toegang tot exotischere rapporten zoals funnels en paden. Deze rapporten hebben echter een hogere leercurve. Bovendien zijn ze niet allemaal even overzichtelijk. Als je ook wilt rapporteren aan minder vergevorderde gebruikers dan ligt het toch meer voor de hand hier externe tools voor te gebruiken.
Google Data Studio ligt voor de hand als alternatief. De tool is gratis, makkelijk in het gebruik en biedt een standaard data connectie met GA4. Nadeel is dat de GA4 connectie geen segmenten ondersteunt. Daar is deels omheen te werken door gebruik van filters. Data Studio is ook te gebruiken met BigQuery. Dat biedt zeer uitgebreide query mogelijkheden. Bovendien kun je daarmee de laadtijd van de rapporten een stuk sneller krijgen. BigQuery opent overigens de deuren naar talloze andere rapportage tools.
Tenslotte kun je de nieuwe Data API gebruiken voor het exporteren van data. Bijvoorbeeld naar Excel, wat voor veel gebruikers toch nog steeds de meest vertrouwde omgeving is. Helaas kunnen ook hier geen segmenten gebruikt worden. Bovendien kan op deze data ook sampling plaatsvinden.
In een eerder artikel uitten we onze twijfel over de noodzaak om over te stappen naar GA4. Google heeft die twijfel inmiddels weggenomen: overstappen is noodzakelijk als je Google Analytics wilt blijven gebruiken. Die overstap zal niet voor iedereen gemakkelijk zijn. GA4 bevat veel veranderingen ten opzichte van UA en niet alle veranderingen zijn gunstig. Hoewel je in theorie kunt stoppen bij de basis implementatie, raden we je aan de extra stappen te zetten die nodig zijn om optimaal gebruik te maken van GA4. De meerwaarde hiervan zal de extra moeite waard zijn.